SV | Alzo keerden die twee mannen weder, en gingen af van het gebergte, en voeren over, en kwamen tot Jozua, den zoon van Nun; en zij vertelden hem al wat hun wedervaren was. |
WLC | וַיָּשֻׁ֜בוּ שְׁנֵ֤י הָֽאֲנָשִׁים֙ וַיֵּרְד֣וּ מֵֽהָהָ֔ר וַיַּעַבְרוּ֙ וַיָּבֹ֔אוּ אֶל־יְהֹושֻׁ֖עַ בִּן־נ֑וּן וַיְסַ֨פְּרוּ־לֹ֔ו אֵ֥ת כָּל־הַמֹּצְאֹ֖ות אֹותָֽם׃ |
Trans. | wayyāšuḇû šənê hā’ănāšîm wayyērəḏû mēhâār wayya‘aḇərû wayyāḇō’û ’el-yəhwōšu‘a bin-nûn wayəsapərû-lwō ’ēṯ kāl-hammōṣə’wōṯ ’wōṯām: |
Alzo keerden die twee mannen weder, en gingen af van het gebergte, en voeren over, en kwamen tot Jozua, den zoon van Nun; en zij vertelden hem al wat hun wedervaren was.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Alzo keerden die twee mannen weder, en gingen af van het gebergte, en voeren over, en kwamen tot Jozua, den zoon van Nun; en zij vertelden hem al wat hun wedervaren was.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!